dinsdag 16 augustus 2011

Prei, wat te doen?



Prei is een ondergewaardeerde groente: Gekookt wordt ie slijmerig, rauw is 't te scherp, de meeste mensen gooien de helft van de plant in de schillenbak; eigenlijk is prei alleen geschikt om de sofrito voor de groentesoep of risotto wat meer body te geven.
Maar wat is dat toch jammer. Want prei is heel gezond, 't is tenslotte een neefje van de ui, bovendien groeit ze het hele jaar door op de koude grond -zo is er lenteprei, zomerprei en winterprei (in de herfts wordt gewoon late zomerprei of vroege winterprei geoogst)- kortom, een altijd zeer betaalbare groente!
Omdat ik laatst met een behoorlijke lading prei werd opgescheept ben ik 's wezen grasduinen op 't net om inspiratie op te doen hoe deze stapel te verwerken.
Kwam ik al snel op ovenschotels met gehakt, witvis, noem maar op maar die recepten trokken me niet echt aan: met gehakt wordt 't al heel gauw heel zwaar en de meeste witvis mag niet meer volgens de viswijzer. Maar deze recepten boden me wel een handvat om zelf tot iets te komen:
Prei met aardappelen, achterham en besciamelsaus uit de oven.
Eerst zetten we de oven aan, die verwarmen we voor op 180 graden. Van de preiën snijden de losse bladeren van 't witte stuk en wassen deze zorgvuldig, daar zit altijd veel zand of aarde in! Van de witte stukken snijden we de worteltjes en die gooien we weg, net als verdroogde groene stukken.
In een pan licht gezouten water koken we witte en groene delen van de prei, samen met schijfjes aardappel 10 minuten.
Ondertussen maken we de besciamella: we smelten een stuk roomboter en terwijl dat lekker bruist roeren we daar een theelepel zout en een eetlepel bloem doorheen. Als de bloem door de boter is opgenomen voegen we beetje bij beetje melk toe tot een gladde saus ontstaat.
Met een schuimspaan scheppen we de gare prei en aardappel uit 't water en rollen de witte stukken in een plakje achterham. Van de groene losse bladeren maken we een rolletje die we ook omhullen met een plak ham.
De rollen draperen we in een ovenschaal, de schijfjes aardappel gaan daar overheen en de saus gieten we over alles heen.
Dan de ovenschaal boven in de oven en na 15 à 20 minuten zal zich een fraai bruin korstje gevormd hebben.
Ruk nu een lekkere fles rode wijn open en val ongenegeerd aan…..
Smullen maar!

En dan is errrrrr: Koffie!


Menig tourist heeft zich verbaasd over hoe gemakkelijk 't is om in Italie aan de bar een fatsoenlijk bakkie koffie te krijgen. Okee, 't smaakt dan wel anders dan de lauwe klets van thuis, eh, anders? Eigenlijk veeeeel lekkerder! Niet zo gek want hoewel Hollandse koffie lekker ruikt is de smaak vaak niet eens een slappe afspiegeling van die geur. Hoe kan dat nou?
De koffie die je in Italie aan de bar bestelt wordt op een heel andere manier gezet als de voor ons –nog steeds!- normale manier van koffie opgieten, al dan niet met de hand. En dat niet alleen, de koffie wordt in Italie ook nog 's anders gebrand en anders gemalen.
Aan de bar in Italie wordt espresso gemaakt: een machine perst 't hete water onder hoge druk (14 Bar of meer) door de koffie heen, de koffiebonen zijn zo gemalen dat dit water onder deze omstandigheden optimaal smaak –en geur- van het maalsel kan opnemen.
Omdat echte espresso apparaten behoorlijk kostbaar zijn schaft menig tourist uit arre moede dan maar zo'n geinig aluminium diabolovormig koffiezetapparaatje aan in de veronderstelling dat je daar thuis op je gasstel op eenvoudige wijze espressokoffie kan maken: 't komt uit Italie dus gaat dat helemaal goed komen!
Maar wàt een teleurstelling als je dan eenmaal thuis aan de gang gaat! Heb je ook nog 's echte espressokoffie bij Appie gekocht en dan blijkt 't product een metalig zuur brouwsel te zijn, nog beroerder dan koffie uit 'n Senseo.
Logisch, want 't apparaatje is geen espressoapparaat, 't is een 'cafetiere' ook wel 'moka' genoemd en 't is ontworpen om cafè mee te maken, geen espresso.
Zoals reeds gezegd wordt bij een espressoapparaat het hete water onder hoge druk door de gemalen koffie geperst. Dat is de reden waarom je nooit smakelijke koffie in een cafetiere kan zetten met dat soort koffie want een moka kan nooit de benodigde druk opbouwen die nodig is om smakelelijke koffie te maken met koffie die een espresso-maling heeft. Die is nl. behoorlijk fijn….. De maling voor in de cafetiere is simpelweg grover want 't water wordt met een veel lagere druk door de koffie heengeperst; met espresso maling in een cafetiere blijft 't hete water te lang in de prut waardoor 't smaken opneemt waar een liefhebber van lekkere koffie nou nèt niet op zit te wachten.
Okee denk je dan, dan doen we toch minder koffie in 't houdertje?: dan heft dat mooi bovenstaand probleem op. Maar dat blijkt ook niet te werken want dan heeft het resultaat gebrek aan struktuur en smaakt ze waterig, en da's nou ook weer niet de bedoeling. In Italiaanse supermarkten kan je daarom van ieder merk koffie twee pakken met ieder een andere maling in 't schap kan vinden: eentje voor espresso apparaten en eentje gemalen voor de cafetiere.
Helaas is dat niet 't geval in Nederland want hier bepalen de grootgrutters wat we moeten kopen en daar hoort koffie voor in de cafetiere niet bij.
Wat nu? De cafetiere inleveren voor de braderie van de dorpsfanfare en sparen voor een Vibiemme? Zou ik niet doen. 't Is niet voor niets dat 'barista' in Italie een beroep is waar een professionele opleiding voor is: 't Valt echt niet mee om dat thuis te evenaren.
Beter kan je een koffiebonenmaler kopen en experimenteren tot je de ideale maling hebt gevonden voor in de cafetiere. Want je kan wel degelijk goede koffie maken met zo'n dingetje, bovendien kan je een cafetiere overal meeslepen dus kan je ook onderweg genieten van lekkere koffie. Maal je gewoon wat koffie van te voren.
En 't grootste voordeel voor thuis is nog wel dat er niks gaat boven versgemalen koffie: oneindig veel lekkerder dan voorgemalen koffie.
Dan moeten we alleen nog even leren hoe we koffie moeten zetten in een moka.
Eerst maar 's zo'n ding uitelkaar schroeven: er zijn drie onderdelen te weten het onderste gedeelte. Daar moet water in. Tot boven 't veiligheidsventiel. Dan 't tweede onderdeel, waar de koffie in gaat. Dat moet helemaal vol en zelfs een beetje aangestampt worden.
Vandaar dat die dingen van klein tot groot te koop zijn. Want om één kopje te zetten heb je een kleintje nodig en om 't hele gezin van koffie te voorzien een grotere. Spaar ze allemaal!
Als laatste't bovenste gedeelte waar de koffie uiteindelijk in belandt, deze wordt hermetisch afgesloten door een rubber pakking die natuurlijk perfect in conditie moet zijn. Die ringen zijn overigens in iedere betere potten en pannen winkel te koop dus als de ring versleten is is er geen man overboord.
Okee, 't water zit erin, de koffie lichtjes aangestampt tot de nok. Nu met een droge vinger de rand schoonvegen zodat er geen koffiekorrels meer opliggen die de pakking zouden beschadigen. Draai nu 't bovendeel er stevig op en zet de moka op een kookplaatje of op een passende pit op 't gasstel. Vuur niet te hoog anders verbrand 't handvat.
Op laag vuur duurt 't ongeveer 5 minuten voor een pruttelend geluid uit de cafetiere komt. Til voorzichtig het deksel op. Vol? Gas uit. Halverwege? Gas laag en nog even wachten. Voor het uitschenken de koffie in de moka even doorroeren.
Na gebruik 't apparaatje uitelkaar halen en de onderdelen uitspoelen met water, geen zeep gebruiken. De moka alleen inelkaar geschroefd wegzetten als alle afzonderlijke delen echt droog zijn.
Cafetieres zijn er in aluminium en rvs. Ik gebruik zelf die van aluminium. Die geven wat mij betreft het beste resultaat. Koffiebonen zijn eenvoudig on line te koop maar ook menige supermarkt heeft goede italiaanse bonen. Welke de lekkerst zijn? Testing One Two Tree!
Aan de slag en wordt een heuse thuisbarista!

Last minute spaghetti


Spaghetti Aglio, Olio e Peperoncino.


Spaghetti Aglio etc. is ‘t eenvoudigste Italiaanse recept dat er is, niet voor niets is het een populair gerecht bij Italiaanse vrachtwagenchauffeurs in ‘t buitenland;  met een minimum aan ingredienten kunnen ze onderweg toch een smakelijke en gezonde hap bereiden.
‘t Idee is dat je een saus maakt van warme olijfolie, verkruimelde gedroogde spaanse pepertjes en platgeslagen grofgesneden tenen knoflook die je zo over de net afgegoten spaghetti kiepert. Eenvoudig en makkelijk: 1 gaspitje is genoeg. De ingredienten zijn houdbaar en water is overal te koop.
Laatst wilde ik iemand tippen over dit gerecht en tikte ‘t in bij Google. Een linkje sturen is nou eenmaal superhandig dus openede ik de eerste de beste nederlandstalige suggestie van de bekende zoekmachine.  Dit is ‘m: http://www.dolcevia.com/nl/italie-culinair/italiaanse-recepten/pasta-gnocchi-risotto/853-spaghetti-aglio-olio-e-peperoncino-met-olie-knoflook-en-rode-pepers
Best aardig uitgelegd maar ik mis nou nèt dat ene truukje om de knoflook niet te laten verbranden.
Want hoe voorkomen we dat de knoflook niet verbrand als we de olie verhitten? Verbrande knoflook wordt nl. oneetbaar bitter en heeft reeds menig gerecht verpest……
Mijn truuk is als volgt.
Als ik pasta kook doe ik dat altijd in een pan met een deksel erop. Niet alleen hoef je dan je vuur niet zo hoog te zetten om de zaak aan de kook te houden maar tevens voorkom je dat je keuken verandert in een soort van sauna. Door een koekepan met daarin de olie, platgeslagen & gesneden knoflook en pepertjes als deksel op de pastapan te gebruiken sla je 3 vliegen in 1 klap; De koekepan wordt ahw au bain mari verwarmt, de olie wordt zo heet genoeg om zeer veel smaak uit de knoflook te trekken zonder gevaar op verbranden en je kan de koekenpan ook nog ‘s als opdienschaal gebruiken, scheelt weer afwas!
Anyway, pasta al dente koken, afgieten en in de koekepan storten. Smullen maar!
Niet te kinderachtig met de pepertjes, geen kaas erover –‘t gerecht heeft echt smaak genoeg- en frisse rode wijn erbij. Koekepan later uitdweilen met brood of als saladeschaal gebruiken want dat restje olie op de bodem is o zo lekker!

jam van groene tomaten, kan gewoon!

Door 't bar slechte weer van afgelopen weken -we schrijven september 2010- zijn m'n tomatenplanten ziek geworden en begonnen de tomaten die nog steeds groen waren (!) te rotten.
Wat nu? De hele oogst naar de klote? Of zou er toch een maniertje zijn om de groene tomaten, althans, wat daar nog van over was, te verwerken tot iets zodat we ze tòch zouden kunnen eten?
Even Google ingeschakeld en verdomd: je schijnt jam te kunnen maken met groene tomaten!
Dus vandaag gelijk alle tomaten van de planten gehaald, de rotte plekken ruim eruit gesneden, de stukken tomaat aan hele kleine stukjes gesneden en de oogst gewogen: 2800 gram.

De recepten die ik op Google gevonden had zijn nogal time consuming: de één sprak over 'de tomaatstukjes onder water zetten en zo lang inkoken tot 't dik genoeg is voor jam' ; nou, dat kan lang duren lijkt mij want voor je een liter of 5 aan vocht (want dat zal je toch echt moeten toevoegen voor die zooi onder staat) hebt ingekookt zijn we wel een dag verder..... En een ander wilde dat je de tomaatstukjes samen met een uitggeperste citroen en de suiker 24 uur afgedekt op een koele plaats wegzet. Alsof we niks beters te doen hebben.

Ik heb 't geprobeerd op de traditionele manier: vruchten -in dit geval dus groene tomaten- wassen en in stukjes snijden. Langzaam af en toe roerend met 't aanhangende water aan de kook brengen  en vervolgens de massa 3/4 deel inkoken.
Ik heb me in zoverre aan 't recept gehouden door 't sap en 't vruchtvlees van 1 citroen en een snufje zout -dat maakt de smaak los- toe te voegen.
Als de massa voldoende is ingekookt -duurt ongeveer twee uurtjes- suiker toevoegen: op 1 kg vruchten 3/4 kg witte suiker, geen geleisuiker!!! De massa weer aan de kook brengen en een half uur regelmatig roerend verder inkoken. Nu met de lepel een paar drupjes jam op een bord druppelen, die laten afkoelen en kijken of die niet verder uitvloeien als je 't bord op z'n kant houdt.

Als de druppels blijven liggen dan jampotjes vullen. De glazen potjes met 'Twist-off' deksels -gebruikte Hak potjes en oude La Bonne Mamma jampotjes- tijdens het jam maken in zo heet mogelijk water met een beetje afwasmiddel schoonmaken en omgekeerd laten uitdruipen. Niet afdrogen!
Tot de rand vullen, deksel er stevig opdraaien en omgekeerd neerzetten. Als de laatste vol is dan de nog hete potjes met warm water afspoelen en vervolgens met het deksel naar boven neerzetten.
Bij het afkoelen neemt de jam steeds minder volume in en trekt de luchtbel onder 't deksel vacuum: Voila, de jam is nu jarenlang houdbaar mits donker bewaard.
Als 't deksel bol staat of in ieder geval niet hol dan de jam in de koelkast zetten en oppeuzelen.

Resultaat: 2,8 kg tomaten zijn verwerkt in 8 Hakpotjes tot een griezelig groen uitziende heldere jam die overigens uitstekend smaakt op een geroosterde boterham...

Ingestortte cake?

Cake, altijd een tractatie.... Maar dan moet ie wel lukken!      


Van de moeder van een collega kreeg ik eens een Phillips keukenmachine. Eentje uit de jaren 70. Van plastic.  Zo’n ding waar een beetje culi zijn neus voor ophaalt: Die kan nl. alleen excellereren met een rvs Kenwood of liever nog een Kitchenaid van honderden euro’s.
Maar de Phillips presteert echt goed genoeg; hij klopt, hij kneedt, je kan er een blender opzetten en een schijf om wortellen mee te raspen. Bovendien wassie gratis! Voor deze jongen dus voorlopig effe niks anders.
Gemak dient de mens tenslotte, en een cake bakken –roerdeeg- is zonder machine een vervelend werkje want ‘t roeren van de eieren met de suiker duurt best wel lang.
Wat ook vervelend is, is bakvormen invetten. Daar houd ik niet van en gelukkig hoeft dat ook niet meer want al weer een paar jaar zijn er bakvormen van siliconen in de handel. Deze flexibele vormen zijn er in de wildste kleuren en kunnen temperaturen tot ruim 200 graden aan. ‘t Gebak bakt nooit aan en ‘t schoonmaken is echt een fluitje van een cent.
Ook ideaal voor soufflé’s, gebakken piepers en gebraden kip.
Kopen dus als je ze nog niet hebt; ze zijn echt niet duur en ze gaan ook nog ‘s heel lang mee!

Bij gebak dien je je aan ‘t recept te houden anders mislukt ‘t gegarandeerd. Deze cake zal zekers te weten lukken omdat we de ingredienten niet gaan afwegen op een weegschaal maar met een (yoghurt)bekertje van 125 cc oftewel 1/8 l.
1 bekertje = 1 deel.

We mixen 1 1/2 deel suiker met 3 verse eieren. Ongeveer 10 minuten op stand 2. Voeg ook een mespuntje zout toe en een mespuntje gedroogde gemalen spaanse peper.
Ondertussen mengen we 3 delen (gezeefd volkoren) meel met 1 theelepel bakpoeder goed door elkaar.
Dan zetten we de mixer op stand 1 en gieten we langzaam 1 deel olijfolie (!) door de suiker/ ei massa, daarna 1 deel yoghurt.
Als we nu een homogeen mengsel hebben zetten we de mixer uit en zeven ‘t meel boven de beslagkom. ‘t Meel scheppen we met een houten lepel door ‘t beslag.
Nu gieten we ‘t beslag in de siliconen bakvorm en bakken de cake in 45 minuten in een matig warme oven.

Als de cake na ‘t bakken flink is gerezen maar bij ‘t afkoelen in de oven instort heb je de oven te heet gezet. Vroeger bakte ik deze cake altijd in een wonderpan op een vlam ter grootte van een erwt, maar sinds ik een nieuw gasstel heb met hoog rendement branders werkt de wonderpan helaas niet meer. Dus moet ik nu de oven gebruiken en ‘t bleek na heel wat geexperimenteer dat ik deze electrische oven vooral niet moet voorverwarmen en de thermostaat op 150 graden dien te zetten.
Op zich is dat vreemd want in iedere handleiding staat dat je de oven moet voorverwarmen en cakes moet bakken op 175 graden. Maar ala, we zijn eruit: Lang leve ‘t internet voor de gouden tip!

Zie bovenstaand recept als een basis. Want je kan er een appel cake van maken door stukken goudreinette mee te bakken. Je kan vanille, krenten, stukken gember, gehakte noten of bittere chocola etc etc. toevoegen, je kunt ‘t zo gek niet bedenken.

En net als bij alle andere cakes: The Day After is ze nog veel lekkerder.

Bigos maar dan een beetje anders

Op avontuur met de Allerhande.....


Wie wel eens een boodschap heeft gedaan in een van de supermarkten van Albert Heyn is ‘t vast wel eens opgevallen: Grote stapels tijdschriften in vierkleurendruk gratis mede te nemen. De ‘Allerhande’. Een vrij tuttig reclameorgaan van Appie zelf met daarin allerlei al dan niet nuttige informatie over de producten die Albert Heyn zoal te koop aanbiedt en recepten.
De recepten daar wil ik ‘t over hebben. De recepten zijn gerelateerd aan de seizoenen of naderende feestdagen en da’s best handig! Want nu kan je je eenvoudig laten inspireren tot het bereiden van gerechten die geheel in de geest van ondertekende (ik dus) zijn: Ik ben heel erg voor ‘t gebruiken van de groenten die op dat moment (liefst) van de koude grond zijn. Niet alleen omdat groente en fruit van ‘t seizoen op dat moment ‘t lekkerst zijn maar zeker ook omdat die dan ‘t goedkoopst zijn. Dan houden we mooi geld over voor bijvoorbeeld een knappe fles wijn ofzo.
Dus rood fruit en peultjes in de zomer, pruimen en slabonen in de nazomer, goudreinetten, stoofperen en kool in de herfst en winter enz enz. Er is overigens een handige website voor dit soort zaken nl.  De Groente en Fruit kalender. Hier te vinden: http://www.milieucentraal.nl/Domeinen/Algemeen/Files/HTML/groentefruitkalender.html.
De Allerhande van de afgelopen herfst doorbladerend viel mijn oog op Bigos, Bigos is een traditioneel Pools en Litouws gerecht. Het is een stoofpot van witte kool, zuurkool en vlees, een jachtschotel. In de versie van Albert Heyn (hier even ‘t originele recept: http://www.kookjij.nl/recept-bigos-pools-koolgerecht) zat onder meer rookworst en daar houd ik niet van, ik krijg er ‘t zuur van. Maar op zich vond ik ‘t een intrigrerend recept en wel hier om, altijd leuk om weer ‘s een alternatief zuurkool recept uit te testen.
Wel heb ik het een en ander veranderd + de bereiding vereenvoudigd.

Bigos maar dan anders!

Omdat ik ‘s winters altijd een groene savooiekool in huis heb –die gebruik ik voor de Cavolo Nero soep- ben ik zo vrij geweest de traditionele witte kool te vervangen voor zeer fijngesneden groene kool. Voorts heb ik de pruimen vervangen door tutti frutti met sultana’s en de gewone zuurkool voor een pakje -= 500 gram- wijnzuurkool uit de supermarkt. De rookworst is vervangen voor een handje vol pancetta dobbelsteentjes.
De volgorde van bereiden is ook anders. Ik vind ‘t originele recept nogal bewerkelijk. Nergens goed voor.

Fruit in een pan met een dikke bodem in een scheut olijfolie een zeer fijngesneden ui, als de ui zacht begint te worden voeg dan twee platgeslagen tenen knoflook toe alsmede een verkruimeld gedroogd spaans pepertje en ‘t handje vol pancetta. Een handje vol is genoeg want gefruitte pancetta heeft zeer veel smaak.
Tijdens dit fruiten hebben we mooi de tijd om een kwart savooiekool aan hele dunne reepjes te snijden. Die fruiten we af en toe omscheppend mee.
Ondertussen warmen we de gietijzeren braadpan op en snijden we 4 ons vette stooflappen aan stukken ter grootte van een lucifersdoosje. Die braden we aan op hoog vuur in boter of gehakballenvet, net wat voor handen is. Als al ‘t vlees dichtgeschroeid is zijn de groenten in de andere pan klaar en leggen we ‘t vlees op die groenten.
De gietijzeren pan heeft nu op de bodem allerlei aanbaksels die we gaan verwijderen door er twee glazen rode wijn in te kieperen, vuur hoog en de aanbaksels losroeren met een houten lepel. Als de wijn kookt en de aanbaksels erin opgelost zijn gieten we dat in de andere pan. Dan leggen we de zuurkool boven op ‘t vlees en daar weer bovenop de tutti frutti en de sultana’s en om ‘t helemaal af te maken een paar laurierblaadjes.
‘t Deksel erop en ‘t vuur half hoog, wachten tot de kook over ‘t gerecht gaat. Als ‘t kookt een sudderplaatje onder de pan en ‘t gerecht minstens drie uur zachtjes laten stoven.
Af & toe checken of ‘t gerecht nog nat genoeg is, anders een beetje water toevoegen.
Na een uur of drie proeven of er nog zout bij moet.
Volgens Albertus is dit gerecht heeeerlijk met ‘stevig bruin brood’. Wij aten ‘t met zilvervliesrijst uit de Provence.
Gewoon niet normaal –om met Wim T. te spreken- zo lekker. En de dag daarna was ‘t nòg lekkerder dus gingen we in de repeat.
We dronken er een niet te koude rose uit Noord-Italie bij. Gaat prima met die prak.
Overigens denk ik dat ‘t ook heel goed te combineren is met wat voor kruidige witte wijn dan ook.
Met rood ging ‘t niet zo. Die fles werd een paar dagen later soldaat gemaakt.

Zo zie je maar. Ook de ordinaire reclameblaadjes van onze grootgrutter bieden tòch stof tot nadenken en kunnen ons immer weer verleiden tot grootse culinaire avonturen.
Houdt de deuren open!

scherpe messen....

Dat menig culinair uitstapje voortijdig is gestrand op botte keukenmessen  is bekend, daarom is het ook zo’n gemiste kans van de RVU in de uitzending van ‘De Wilde Keuken’ met de immer jolige Wouter Klootwijk (hier na te zien: http://sites.rvu.nl/page/7134/nl ) dat dààr niet wat dieper op in gegaan is.
Giselheid Herder, kleindochter van de en thans de beroemde messenmaker uit Solingen stelde waar een keukenmes aan moest voldoen: Hij moest vooral schèrp zijn. Ja! Ja! Ja! kraaide Woutertje het uit terwijl het kwijl hem de mond uitliep; wat zou tie graag over de duitsche juffrouw heen zijn gegaan!
Giselheid heeft natuurlijk helemaal gelijk. En wat fijn dat zij een vlijmscherp keukenmes produceerd nl. het model Lignum 3, een santoku (het japanse woord 'Santoku' betekend letterlijk "drie goede dingen" (Three Virtues) en dit geeft aan dat het mes geschikt is voor zowel vlees, groeten en vis) gemaakt van koolstofstaal –dus niet roestvast staal) met een kersehouten handvat en drie grote nagels.
Vlijmscherp komt ‘t uit de verpakking,  1-0 voor Giselheid. Maar door gebruik verliest ieder mes vroeg of laat zijn scherpte, of ‘t mes nou van ijsgehard roestvast staal is of van koolstofstaal. En daar begint de ellende.
Want hoe krijg je je mes weer optimaal in shape?
Gewoon naar een slijperij brengen is eigenlijk geen optie: afhankelijk van de drukte ben je je mes –toch een zeer belangrijk stuk gereedschap!- een of meerdere dagen kwijt en da’s niet fijn, zeker niet als je je aan je mes bent gaan hechten want kokkerellen met een goed keukenmes is iets fantasties en werkt helaas verslavend….
Voorts is niet elke slijperij een goed plekje om je kostbare gereedschap –de Lignum 3 kost om en nabij de 100 euro!- heen te brengen: wie een tijdje heeft staan kletsen met een kok of slager krijgt altijd horror verhalen te horen over hoe die typhuslijers van een slijpers hun messen vernacheld hebben.
Je zal ‘t dus zelf moeten leren. Bovendien, als je ‘t zelf kan kan je je messen ook onderhouden en geloof me, een scherp mes scherp houden is veel makkelijker dan een stomp mes slijpen! Japanse koks controleren iedere dag na het werk hun messen en zetten ze aan of wetten die op tijd zodat ze altijd verzekerd zijn van scherp gereedschap want daar hebben we het feitelijk over.
Gelukkig is ‘t bijhouden van je keukenmes niet moeilijk. Wat je nodig hebt is de achterkant van een porcelijnen schoteltje of bord. De rand waar ‘t bord op staat is niet geglazuurd en bestaat uit heel fijn keramisch materiaal. Als je merkt dat je mes niet meer ze lekker door die tomaat heenzakt is het tijd om een bord omgekeerd op tafel te leggen en als het ware een schil van het keramisch materiaal af te snijden: houd het mes in een hoek tussen de 10 en de 15 graden en ‘snij’ over de gehele lengte van ‘t lemmet. Bij dubbelzijdig geslepen messen zoals gewone koksmessen en santoku messen moet je natuurlijk beide kanten een beurt geven.
Twee of drie halen zullen wel genoeg zijn; je kan ‘t checken door even ‘t mes haaks op je duimnagel te zetten en dan je duim weg te bewegen. glijd je duim zo weg dan is ‘t mes niet scherp en zal je door moeten gaan tot ‘t mes weer scherp is.
Als ‘t mes echt stomp begint te worden is ‘t beter om met een slijpsteen aan de gang te gaan. Er zijn enkele en dubbele stenen te koop: de dubbele hebben een kant met grove korrel en een kant met fijne. Enkele stenen heb je in alle soorten korrel: Hoe hoger ‘t getal des te fijner de korrel.
Grove stenen gebruik je alleen als je een beschadigd mes wilt repareren, bijvoorbeeld als er een hakkel in ‘t snijvlak zit omdat je met je wilde kop met je santoku een botje hebt proberen te klieven….
Met fijne stenen slijp je het mes scherp. Hoe fijner de korrel des te mooier ‘t resultaat.
Er zijn slijpstenen –ook wel wetstenen genoemd- die nog fijner zijn dan ‘t keramisch materiaal achter op je soepborden. De echte liefhebber zal die dan gebruiken en niet ‘t bord. Maar voor ons simpele zielen geeft een bord al een heel aanvaardbaar resultaat maar bedenk wel: Oefening baart Kunst!
Als je met slijpstenen in de weer ga: NOOIT olie op de steen gieten!! Slijpstenen voor gebruik 5 minuten in WATER leggen en tijdens ‘t slijpen dan wel wetten de steen nathouden en ‘t papje dat ontstaat NIET wegspoelen maar lekker gebruiken voor een nog beter resultaat.
Op het internet staan allerlei filmpjes over hoe een mes te slijpen: http://www.knivesandtools.com/nl/movie/default2.htm?MovieId=11 en natuurlijk deze: http://www.youtube.com/watch?v=rTxFtK4shVY met een leuk muziekje op de achtergrond!
Niet alleen duidelijk wat er gebeurd maar ook een heel goed filmpje omdat het nòg een belangrijk aspect van het slijpen van messen behandeld: De steen dient vlak te zijn en om de zoveel tijd te worden gevlakt. Dat gaat eigenlijk ‘t makkelijkst met slijpkorrels en een dikke glasplaat.
Zoals gezegd: Oefening baart kunst. En oefenen gaat natuurlijk lekkerder met een goedkoop mes, dan kan je nog ‘s een foutje maken zonder dat je daar de hele nacht van wakker ligt….
En als dan blijkt dat je ‘t onder de knie hebt kan het zomaar zo zijn dat je eigenlijk wel tevreden kan zijn met dat goedkope messie en je dus de aanschaf van dat € 100 + mes echt niet hoeft te doen! Want ieder soort staal is scherp te krijgen, dat heeft echt niks met de aanschafprijs te maken.
Dan houd je lekker geld over voor andere zaken, zoals nog meer messen, slijpstenen en slijpkorrels!

Cavolo Nero soep

Zuppa van Cavolo Nero?

Altijd interessant: soep van of soep met kool. Zeker dit jaargetijde! –we schrijven begin december-
Omdat ‘t aanbod van groenten van de koude grond begint af te nemen is ‘t altijd aardig om op bereidingswijzen van deze groenten te stuiten die buiten de geeffende paden gaan. Zeg nou zelf, bij kool denk je niet direct aan soep toch? Meer aan borden met stukken vlees, piepers en een klets tot snot gekookte bittere groente.
Niet echt uitnodigend als ik dat even teruglees.
In Het Parool las ik een recept dat afkomstig is uit ‘The River Café, klassiek Italaans kookboek’. In dit recept nodigt men mensen uit om soep te koken van cavolo nero, een groente die in ons land zeer moeilijk verkrijgbaar is. Als alternatief werd boerenkool opgegeven. Boerenkool, een oer Hollandsche groente. Overal te koop deze maanden.
Zou je denken.
Niet in Amsterdam….. Op de Ten Kate markt, die toch meerdere voortreffelijke groentekramen telt was er slechts bij eentje boerenkool te koop. Voorgesneden in een plastic zakje.
Dat feest ging dus niet door: Ik koop NOOIT voorgesneden groenten -op zuurkool na- en wel hierom: Groenten beginnen na te zijn gesneden te fermenteren, te vergaan zo je kan zeggen. Door ‘t vergrote oppervlak krijgen schimmels en gisten die nu eenmaal in de lucht rondzweven meer vat op de groente en ook treed direct oxidatie op; We kennen allemaal ‘t effect: de kleur wordt vaal, de groente verliest structuur, wordt slap en begint na verloop van tijd steeds onaangenamer te ruiken. 
Dat willen we niet, daarom wassen en snijden we de groenten vlak voor de bereiding om zo een zo smakelijk mogelijke prak op tafel te kunnen zetten. ‘t Leven duurt niet eeuwig, daarom moeten we zo vaak mogelijk genieten en waar geniet een mens nou meer van dan van een smakelijke maaltijd en een goed glas wijn? Nou ja, er is natuurlijk wel meer te verzinnen maar dat behandelen we een ander keertje wel weer.
Enfin, geen boerenkool! Wat nu, want ik had ‘t echt in m’n hoofd gezet om de soep te gaan maken. Mijn oog viel op een groene savooie kool (http://www.degezondeapotheker.nl/vensterpags/vekapperkool.htm) met lekker donkere buitenste bladeren. Die werd prompt aangeschaft.

De soep.

Deze soep is niet alleen interessant omdat het hoofdingredient kool is, ook vervult grove polenta (Bramata Oro, te koop in Turkse winkels of de betere supermarkt) een belangrijke rol.

We hakken een ui fijn en fruiten die in olijfolie. Ondertussen wassen we een stel stengels van bleekselderij en een stuk wortel. Die snijden we aan zeer kleine stukjes en voegen die aan de ui toe. Omscheppen en een paar platgeslagen tenen knoflook toevoegen plus een verkruimelde gedroogde spaanse peper.
Omdat het enige tijd vergt voor de bovenstaande groenten beginnen te garen hebben we mooi te tijd om een paar aardappels te jassen en aan blokjes te snijden + de buitenste bladeren van de kool te wassen en deze aan dunne reepjes te snijden. De nerf snijden we uit ‘t blad en gooien die weg.
Bak nog even de aardappelblokjes mee tot ze vast beginnen te zitten aan de bodem van de pan en giet een beetje koud water in de pan. Nu de kool in de pan  en giet zoveel koud water erbij dat de groenten net onderstaan. Maak op smaak met zwarte peper en zout.
Kook dit zachtjes een half uurtje.
De zeer vezelige reepjes kool hebben de kans gekregen om langzaam te garen en nu is ‘t het moment om polenta aan de thans nog heldere soep toe te voegen. Op deze manier brengen we structuur aan de soep zonder de staafmixer haar allesvernietigende –en al te vaak ook grijssmakende- werk te moeten laten doen.
Giet vanaf enige hoogte langzaam polenta (= mais gries) in de soep en blijf roeren.  Doe dit langzaam omdat de maisgries de soep spectaculair kan indikken dus geef ‘t effe de tijd dat de gries in volume kan toenemen.
De soep dient vloeibaar te zijn. Sluit nu de pan met het deksel en zet de pan op een sudderplaatje. Laat de polenta langzaam gaar worden. Roer af en toe om de checken of de soep nog een soep is. Mocht de soep te dik worden voeg dan een weinig water toe.
Na ongeveer een half uur zal de polenta gaar zijn en kan de soep worden opgedient.
Schep de soep uit de pan met een pollepel en voeg versgemalen zwarte peper en een royale scheut prima kwaliteit olijfolie toe in’t bord: Lekkerrrr!

Voor de soep heb ik alleen de buitenste bladeren gebruikt. Het hart van de kool met zijn veel zachtere bladeren ga ik van de week gebruiken voor een risotto. Altijd lekker.
Deze vegetarische soep kan uitstekend als maaltijdsoep geserveert worden. Maar eigenlijk houd ik niet van maaltijdsoepen dus heb ik de soep als starter –primo piatto zo u wilt- gegeten. Als hoofdgerecht heb ik aardappelen en Elsasser zuurkool met als vlees krabbetjes, kasseler rib en knakworstjes geserveert.
Prima herfstcombi: buiten slaat de regen tegen de glazen, binnen snort de kachel en dampen de borden vol heerlijks. Wat wil een mens nog meer?

Krombekken, wazzijneda?



Dames, heeren ook!

't Nu volgende recept heb ik reeds eerder dit voorjaar gepubliceerd in 't motorblaadje van de Moto Morini Club Nederland & Omstreken.
Omdat 't stukje al weer bijna een jaar oud is is een gedeelte van de tekst niet geheel up to date.


Kredietcrisis, back to basics!

De laatste weken wordt het nieuws beheerst door de credietcrisis. Een nieuw woord, net als swaffelen, maar de credietcrisis heeft toch meer impact.  Immers, met een lege beurs kan je prima swaffelen, maar als je zonder spijkers kom te zitten dan wordt ‘t leven er niet makkelijker op. Niet alleen merk je dat als de normaliter inmense stapel cadeaux van Sinterklaas -dan wel die van dat miezerige kerstmannetje- tot een zielig hoopje is gekrompen, ook zullen we toch op z’n minst een beetje moeten gaan oppassen als we etenswaren gaan aanschaffen.
Geen kogelbiefstukken, geen parelhoen, geen hertereet. De broekriem aanhalen is het devies.
Maar is dat erg? Nee hoor, want wij kunnen prima onze boontjes doppen en zetten vrolijk de tering naar de nering! Omdat we gaan bezuinigen gaan we lekker alles zelf maken. Kost wel tijd, maar tijd is gratis.

Gedroogde witte bonen, korte pasta, twee bleekserderij stengels, twee tenen knoflook, blikje gepelde tomatenblokjes, gedroogde spaanse peper, olijfolie.


Er zijn mensen die echt iedere dag een groot stuk vlees moeten eten. Om velerlei redenen,  dat zal best… maar als je die mensen er op aanspreekt dan hebben ze het vooral over hoe belangrijk vlees eten wel niet is. Eiwitten enzo.
Eiwitten zitten ook in peulvruchten. Die zijn dan van oudsher ook een prima vleesvervanger. Daar gaan we wat mee doen want niet alleen zijn peulvruchten lekker, ze zitten ook nog ‘s boordevol vezels èn ze zijn heel betaalbaar, zeker als je ze gedroogd aanschaft. Bovendien kan je ze zeker twee jaar bewaren in de deur van de ijskast.
Een van de lekkerste witte bonenrassen die er zijn zijn Krombekken. Een ouderwets bonenras dat veel geteeld wordt in de kop van Noord Holland (http://www.degezondeapotheker.nl/vensterpags/vepeulvruchten_krombekken.htm).
We doen drie kopjes van die bonen in een middengrote pan met water en zetten die de avond tevoren op de kachel in de week.
De volgende dag halen we de bonen van de kachel af en zetten die op het gasstel op het kleinste pitje met een Widex plaatje eronder. Zo komen de bonen langzaam aan de kook en hoeven we er niet naar om te zien. Nog geen zout toevoegen! Bonen worden niet lekker gaar in zout water.
Als de bonen langzaam aan de kook geraken snijden we de bleekselderij in zeer kleine stukjes, die bakken we op laag vuur in een kwartier gaar in een scheut olijfolie samen met de tenen knoflook (even met de zijkant van ‘t koksmes plat slaan) en een paar verkruimelde gedroogde spaanse pepers. Af & toe omscheppen.
Als alles lekker begint te ruiken dan kiepen we het blikje tomatenblokjes  bij de groenten. Zachtjes stoven we de groenten in 3 kwartier verder gaar in de tomatensaus.
Ten slotte brengen we 1 liter water met wat zout aan de kook waar we 150g. korte pasta in gaan koken.
Als dit water kookt vissen we een boon uit de andere pan. Als die gaar is zetten we het gas onder deze pan uit nadat we een paar theelepels zout hebben toegevoegd. Voorzichtig roeren zodat de bonen heel blijven. De pasta kan nu gekookt worden.
Als na een minuut of 10 de pasta “al dente” is –even proeven- scheppen we met een schuimspaan de pasta uit het water zo de tomatensaus in. Hetzelfde doen we met de helft van de  bonen. We gieten het kookvocht van zowel de pasta als de bonen niet af, daar gaan we later soep van maken.

Resultaat: Een super voedzame pasta e fagioli al sugo die onze hongerig magen voor zeker  5 uur tot rust heeft gebracht.
Bij dit gerecht past prima de rode wijn uit het kerstpakket.
Na deze smakelijke maaltijd gaan we iets geks doen: we wassen de pan niet af maar zetten’m weg met de deksel erop.

Dan de soep voor de volgende dag. Omdat we Appie niet meer onnodig gaan spekken maken we zelf een groente bouillon i.pv. dat we die maken met bouillonblokjes.
Hebben we nodig een ui, een stengel bleekselderij en een stukje vuile winterwortel.
Waarom vuile winterwortel? Gewassen winterwortel kan je na een week weggooien, de zanderige blijft zeker een maand goed!
We snijden de groenten zeeeeer fijn en bakken die zachtjes zeker een kwartier in een pan met een dikke bodem op laag vuur. Daarbij gieten we het inmiddels afgekoelde kooknat van de pasta en van de bonen samen met de overgebleven bonen en zetten de pan op het kleinste pitje zodat ‘t geheel langzaam aan de kook komt. Als de soep zo’n beetje 40 minuten heeft gekookt gieten we de soep over in de pan waar net nog de saus in had gezeten. De hete soep mengt zich nu met de overgebleven resten van de saus die de smaak van de soep zal gaan verrijken: tel uit je winst!
Breng de soep de dag daarop weer langzaam aan de kook en smullen maar!
Lekker als starter of voor bij de lunch.

We komen er wel, hou vol!

Jullie Theo.

Soep van wortelen, huh?

Dames, heeren ook!



Er zijn groentesoorten die ik eigenlijk niet graag belief. Koolraap is er een van, maar ook van  wortelen word ik niet warm of koud. Wortelsalade en wortelen gekookt vind ik laf, worteltaart is weer wel heel lekker maar da’s best veel werk dus dat doe je niet effe ‘s avonds na een dag lang beulen op kantoor….
Omdat ik door een merkwaardig schuldgevoel –‘t groeit nou eenmaal op de kouwe grond in Nederland dus moét je ‘t wel eten!- altijd mijn voedingsvocabulair tracht uit te breiden lees ik in alle tijdschriften of kranten die ik voor m’n neus krijg de kookrubrieken om mij vooral te laten inspireren om dit soort groenten toch smakelijk te kunnen bereiden.  En niet alleen door dit vage schuldgevoel vind ik dat ik ze toch moet eten, ook denk ik dat de groenten die bij ons in de herfst gedijen wel gezond moeten zijn.
En onlangs had ik ‘t genoegen dat zich op één dag twee fenomenen aan mij opdrongen: Èn ik vond een recept voor wortelen in Het Parool, èn ik vond op de markt een bijzonder soort wortelen die mijn enthousiastme direct prikkelde.
Geen gewone Amsterdamse Bak maar zgn. Oerwortel. Hier even een linkje: http://www.degezondeapotheker.nl/vensterpags/vepeen_zwart.htm  en voor de luie lezer hier even een beknopte beschrijving van dit fenomeen.

“De wortel zoals we hem maar al te goed kennen is niet altijd zo mooi rood/oranje geweest. Oorspronkelijk was de wortel zoals hij meer dan 2000 jaar geleden in het Midden Oosten door ons ontdekt zwart van kleur. In Europa is in de 17e eeuw de zwarte wortel door Nederlanders gekruist met gele wortels en zo is de rood/oranje wortel ontstaan.
Het feit dat we nu weer een paarse wortel kennen is te danken aan een Amerikaanse professor die de oranje wortel weer gekruist heeft met een zwarte wortel uit het Verre Oosten
De nieuwe wortel heeft de goede eigenschappen van zowel de huidige als de oerwortel in zich. Hij is sappiger en zoeter van smaak en bevat 40% meer caroteen dan de huidige wortel. Dit caroteen zit met name in de paarse kleurstof anthocyan.”


Nou, dat weten we dan ook weer.

En dan nu ‘t recept.
‘t Oorspronkelijke recept was genaamd ‘Wortelsoep met knoflookcroutons’ en was best wel bewerkelijk, speciaal door de croutons. Daarvoor moet je knoflook zachtjes bakken in vet en dan de knoflook eruit vissen en daar weer aan blokjes gesneden brood in bakken. Gedoe. Gedoe om de wat zoete soep wat meer bite te geven.
Dat kan en moet makkelijker dacht ik en daarom heb ik ‘t recept vereenvoudigd. Ik noem ‘t maar ‘Pikante Oerwortelsoep’ die natuurlijk ook met gewone peen gemaakt kan worden.

Hak een ui aan kleine stukjes en fruit die in olijfolie of gehaktballenvet tot ze glazig ziet. Voeg nu een platgeslagen flinke teen knoflook toe en bak die zachtjes mee. Snij nu een paar stengels bleekselderij aan heel kleine stukjes. De draden hoef je er dan niet per se van de voren uit te peuteren want daar heb je geen last van als je bleekselderij aan kleine stukjes snijdt.
Als ‘t lekker begint te ruiken voeg je de bleekselderij toe en een verkruimeld gedroogd spaanse pepertje.
Snij nu 500 gram wortel aan kleine dobbelsteentjes en bak die 5 minuten zachtjes mee. Voeg desnoods wat olijfolie of vet toe.
Nu driekwart liter koud kooknat van de pasta van gisteren toevoegen en de zaak langzaam aan de kook brengen zodat de gesmoorde groenten lekker veel smaak afgeven.
Kook de soep in een half uurtje gaar.
Zet een passevite met de fijne schijf op een andere pan en roer de soep erdoorheen. Bij gebrek aan een passevite kan je natuurlijk ook een staafmixer ter hand nemen. Resultaat: ‘n diepdonkere dikke soep die geurt als de beste russische Borsjt!
Proef  de soep af en voeg zonodig nog wat zout toe.
Nu de soep opdienen met een klein scheutje prima olijfolie in ‘t bord voor de lekker.

Zo, dat gaat erin als Gods Woord in een ouderling!

Als hoofdgerecht is ‘t een heel goed idee om de witte bonen met tomatensaus, zie bovenstaand recept, te nemen. Maak dan extra veel saus want als je de kliekjes de volgende dag doormekaar roert heb je zomaar in no time een professionele paarse minestrone gefabriceerd!
Eet deze minestrone met grote stukken donker zuurdesembrood met rauwmelkse boerenkaas die je wegspoelt met een lekkere vette rode wijn: Een Cotes du Rhone lijkt me wel wat…..

Dagje Zandvoort


Als ik  's een dagje naar Zandvoort wil gaan gaan daar heel wat voorbereidingen aan vooraf. Culinair gezien dan.
Zo wordt er daags tevoren altijd pasta met bloemkool gegeten waarbij ik bewust aan de ruime kant bereid. Dus geen 150 gr. pasta en een kwart bloemkool voor met z'n tweetjes maar 225 gr. pasta en een halve bloemkool.
Alles wat we niet opeten wordt nl. morgen als souffle voor de picknik op 't strand gebruikt:

meng 't prakkie 's ochtends met twee eierdooiers en een stuk kaas dat fijngehakt is. Sla de eiwitten stijf en schep die erdoorheen. Afkruiden met zout en peper uit de molen.
Giet 't in een siliconen ovenschaal en bak de souffle in een op 180 graden celcius voorverwamde oven in een half uurtje gaar.
Als de souffle is afgekoeld kan ze aan stukken gesneden worden in ingepakt.
Gebruik voor souffle's altijd een siliconen ronde taartvorm. Die hoef je niet in te vetten en is supermakkelijk schoon te maken omdat ie niet aanbakt. Dat is met glazen ovenschalen wel effe anders....
Om een uur of 4, half 4 pakken we de trein naar 't strand, dan is de ergste hitte eraf, 't zeewater lekker opgewarmd en gaat 80 % van de Sjonnie & Anita's weer -roodverbrand- huiswaards: lekker rustig.
Wijn nemen we mee in een thermosfles, badjassen en zwemspullen mee, Hoppekee!

Groente & Pasta in 1 pan

Ik ben al jaren gefascineerd door 't effect wat je kan bereiken door groente samen met pasta in 1 pan gezamelijk te koken. En al jaren zoek ik bruikbare combi's.
't Idee is ooit ontstaan door een door mij verkeerd begrepen recept nl. schelpjespasta met broccoli. Een of ander recept uit Calabrië als ik 't wel heb.
Ik had nl. de broccoli samen met de pasta in 1 pan gekookt i.p.v. eerst de schelpjes, en daarna de broccoli en die dan weer samenvoegen en opsnollen met een of andere saus. Wel had ik rekening gehouden met de verschillende kooktijden dus eerst de schelpjes aan de kook gebracht, toen de aan stukken gesneden stronk en daarna de roosjes zodat alles tegelijkertijd gaar zou zijn. Was nog even zoeken want broccoliroosjes zijn wel erg snel gaar!
Enfin, de boel afgegoten en opgediend overgoten met chique olijfolie en gemalen gedroogde spaanse pepers voor wat extra bite.
Onwijs lekker! En ook nog 's lekker makkelijk + weinig afwas. 3 vliegen in 1 klap.

Geinspireerd door 't succes 't ook geprobeerd met bloemkool: minstens zo lekker.
Hier even de kooktijden van broccoli en bloemkool: Broccoli niet langer dan 8 minuten en bloemkool iets van 12 minuten.
De kooktijden van pasta staan op de verpakking. Haal daar 1 minuut vanaf want hier leven we onder zeeniveau dus kookt water bij ons bij 100 graden celcius; in Italie -omdat dat veel hoger ligt- ongeveer 4 graden lager dus duurt 't daar langer voor de pasta gaar -al dente- is.
Neem een goede kwaliteit pasta dus van harde tarwe gemaakt, dan heb je nog een beetje speelruimte want 't is heel belangrijk dat de groente lekker gaar is: bloemkool (en ook spruitjes) vind ik ronduit smerig als ze al dente zijn.
Over spruitjes gesproken! Is dus ook heel lekker in 1 pan met pasta gekookt.

Mijn laatste ontdekking is pasta met snijbonen. Heb je wel een echte ouderwetse snijbonenmolen voor nodig. Maar die vind je voor een paar euro in iedere kringloopwinkel.
De snijbonenmolen snijdt ze op precies de juiste dikte zodat de smaak optimaal los komt. Ga dus niet zitten kutten met een mes want dan krijg je allerlei verschillende diktes en dus afwijkende kooktijden: resultaat de helft is te gaar en de andere helft niet gaar.

Resumee:

broccoli (8 minuten) met penne rigate; opdienen met olijfolie + spaanse peper.
bloemkool (12 minuten) met penne rigate; idem
spruitjes (12 minuten) met penne rigate; idem
snijbonen (10 minuten) met farfale; opdienen met roomboter(!) + spaanse peper

Testing One Two Three!

Vleesch mevrouwtje, u weet waarom!

Cari Amici!


En, hoe staat ‘t met de crisis, wil ‘t al een beetje wennen? Nou, hier hebben we nergens last van. Alle dagen eten op tafel, een glas wijn, genoeg afleiding op de buis of op ‘t internet, wat wil een mens nog meer!
Op vacantie gaan we niet, nergens voor nodig, we hebben alles in ‘t buitenland al gezien, nu is Nederland aan de beurt.
Als ‘t knap weer is pakken we ‘s middags, als de ergste hitte er van af is en ‘t strand al weer een beetje aan ‘t leeglopen is de trein naar Zandvoort. Niks geen last van files, gewapend met een thermosfles gekoelde wijn, tupperware vol hapjes, een stuk paardenworst en brood gaan we heerlijk low budget genieten van de zonsondergang.
En als ‘t wat minder knap is dan blijven we thuis en gaan we lekker kokkerellen!

Aan de hand van de groente en fuitkalender (http://www.milieucentraal.nl/Domeinen/Algemeen/Files/HTML/groentefruitkalender.html) kiezen we lukraak wat ingredienten uit die zich in klimaatklasse A of B bevinden. Altijd wel wat lekkers te vinden: Bloemkool, broccoli, artisjok, je kunt ‘t zo gek niet bedenken of ‘t is er wel. Niet alleen beperken we de keuze tot de bovenstaande klassen omdat ‘t zo goed voor ‘t milieu is, maar ook omdat die ‘t goedkoopst is + ‘t smakelijkste op dat moment. Win win ahw!
Als primo piatto maken we bijvoorbeeld spaghetti met geroerbakte courgettes. Altijd lekker en makkelijk te maken: Kook de spaghetti in een pan water waar je een sauteerpan o.i.d bovenop zet; kan die alvast heet worden. Als de pasta met moeit is door te bijten roerbakken we de aan dunne schijfjes gesneden –gaat heel goed met een kaasschaaf- courgette in olijfolie. Tegen de tijd dat de spaghetti al dente is is de courgette glazig en kunnen we de pasta afgieten. Die kiepen we zo snel mogelijk mèt ‘t zetmeelrijke aanhangende water in de sauteerpan met de courgette. Effe omschudden, scheut eerste klas olijfolie eroverheen + grofgemalen gedroogde spaanse peper en smullen maar!

Hoewel ik geen enkel probleem heb om de maaltijd vegetarisch te houden is af en toe een stukkie vlees best lekker. Maar vlees is aan de prijs, en zo hoort ‘t ook want als je erbij stilstaat wat ‘t kost vóór die kilo biefstuk in de winkel ligt…… Daarom kopen we gehakt, biologiche natuurlijk want hoewel we de vinger op de knip moeten houden hoeft dat niet per se ten koste van 't dierenwelzijn te gaan.
Half om half, dat is de goedkoopste variant en tegelijkertijd de lekkerste.
Omdat we graag een sappige bal gehakt willen eten die naar vlees smaakt en niet naar 1001 kruiden en andere smaakjes maken we de gehaktballen op traditionele wijze:
Meng 400 gram HoH gehakt met 60 gram paneermeel, 150 (!)cc. melk, 1 ei en zwarte peper en zout naar smaak.
Dit is genoeg voor 8 ballen.. Braad ze aan in een mengsel van olijfolie en margarine. Als de ballen bruin zijn giet dan een half kopje water in de braadpan, deksel erop en 20 min. zachtjes laten stoven.
Onwijs lekker met geroerbakte paksoi of witlof.
Het zal even wennen zijn die 150 cc melk want dat maakt de ballenproductie er niet makkelijker op maar als je ze eenmaal geproefd hebt dan wil je nooit meer andere!

Deze ballen blijven wel enige dagen goed en da’s maar goed ook want we gaan de volgende dag iets met ‘t vet en de vleesjus doen…..
Als de pan is afgekoeld dan stolt ‘t vet mooi bovenop de vleesjus. De volgende dag scheppen we wat van dat vet van de jus af en gebruiken dat om een fijngehakte ui, ‘n stuk fijngesneden wortel en  bleekselderij aan te gaan zetten. Jullie raden het al: hier is een soep of risotto in de maak!
Ja hoor, als de groenten zijn aangezet gieten we voorzichtig de jus onder het vet vandaan bij de groenten, vullen de rest van de pan met water, voegen zout naar smaak toe en brengen ‘t geheel langzaam aan de kook: Een perfecte vleesbouillon! Dè ideale basis voor een romige risotto met peultjes of een heerlijke groentensoep.
De overgebleven gehaktballen eten we op als broodbeleg (superlekker) of serveren we warm  bij de volgende maaltijd: twee minuten in de magnetron op vol gas is genoeg.

Wat drinken we erbij?

Heeeeel voorzichtig kan je hier & daar kennismaken met ‘t nieuwst fenomeen uit de Wondere Wereld die Wijn heet: de Bag in Box. 5 liter doosjes met een kraantje en een zak in binnen. Je schenkt een glas uit en de wijnzak wordt langzaak kleiner; er komt geen lucht binnen dus de wijn blijft zeker een maand goed…..
Jammer genoeg zijn de meeste BiB’s gevuld met derderangs tafelwijn maar bij wijnhandel Vleck in Amsterdam  proefde ik al een zeer genietbare. Ik geloof €22,- voor 5 l. komt overeen met effe ruim 3,50 euro de fles!

Crisis? Hoezo crisis?

Jam koken, niet moeilijk, wél lekker!

Lekker Jam koken op de ouderwetsen en dus lekkerste manier:



3/4 kilo suiker op 1 kilo vruchten; vruchten eerst 1/4 inkoken met aanhangend water -blijven roeren!-
Dan suiker erbij, weer aan de kook brengen en na 10 minuten roeren een paar druppels op een koud bord doen, al laten koelen en het bord vertikaal zetten. Als de druppels gaan lopen is de jam nog niet klaar.  Het bord schoonlikken en nog 's 5 minuten laten inkoken. Dan weer druppelen enz. tot de druppels niet meer gaan lopen.

jampotjes met Twist-Off deksels in zo heet mogenlijk water met soda en een theelepel Dreft o.i.d. afwassen en omgekeerd op een druiprek laten drogen: Niet afdrogen met een doek! Door toevoeging van 't synthetisch afwasmiddel wordt de oppervlaktespanning van 't water zo verminderd dat de potjes streeploos opdrogen.
Potjes zo vol mogelijk scheppen met een pollepel, snel de deksel er stevig opdraaien even ondersteboven draaien en staan laten tot ze af gekoeld zijn. Als het deksel naar binnen is gezogen is ze jaren houdbaar.

Een fijne herinnering aan zonnig West-Friesland!

stoofvlees alternatief

 Vanuit de carnivoren hoek krijg ik wel eens het verzoek om 's wat meer met vlees te doen. Welnu, -hoewel vleeseten niet mijn allergrootste lust is; ik zie vlees meer als een smakelijk bijgerechtje dan als een allesoverheersend hoofdgerecht- bij deze dan.


Eerst even iets over vlees. Ik zal jullie niet vermoeien met belerende praatjes over de relatie tussen klimaatopwarming en vlees of over dierenleed, maar toch wil ik hier een lans breken voor het vlees dat bij de biologische slager in de vitrine ligt. Het was me al eens opgevallen dat stoofvlees van de gewone slager eigenlijk behoorlijk saai is en lang niet eenvoudig mals te krijgen is. 't Kan natuurlijk aan mij liggen, maar feit is dat het rundvlees bij de gewone slager eigenijk niet of nauwelijks nog afgehangen wordt; is niet meer nodig want met de huidige slachtmethodes zou dat niet meer hoeven. Hoe dat precies zit weet ik niet maar vlees dat afkomstig is van een op traditionale manier geslacht koebeest is wezenlijk anders. Lèkkerder wat mij betreft.
Dat het ook een stuk duurder is maakt niet zoveel uit: dan eten we er gewoon minder van!

Om het kostbare vlees én zijn kostelijke sappen voor 100% te benutten gaan we iets anders te werk als de Wanné ons voorschrijft:

1 flinke ui, 1 kg. rode paprika, 1kg vette riblappen, 1 spaanse peper, olijfolie en zout + een -gietijzeren- pan met passend deksel waar alles ruim inpast.

Let op! De vetranden van de stooflappen er niet afsnijden! In dit vet zit veel smaak dat we nodig hebben bij het stoven. De kluiten vet kan je na het opdienen eenvoudig met je vork van het gestoofde vlees schuiven en het alsnog weggooien.

De ui hakken we in zeer kleine stukjes fijn en laten dit op laag vuur zachtjes gaarfruiten in een flinke scheut olijfolie. Ondertussen wassen we de paprika's, maken we ze schoon en snijden we ze aan zeer kleine stukjes die we in een schaal bewaren voor later.
Als de ui zacht is schuiven we met een houten lepel de ui opzij en leggen een -op kamertemperatuur zijnde- riblap op de bodem van de pan. Als het vlees grijs gekleurd is draaien we de lap om. Als ook die kant dichtgeschroeid is vissen we de lap uit de pan en leggen we deze in het deksel van de pan. Daarna kan de volgende in de pan en herhalen we het procedé.
Als alle lappen aan de beurt zijn geweest leggen we de geprepareerde lappen in de pan en begraven we ze met de fijngesneden paprika's en als extraatje gaat de spaanse peper -ook aan stukjes gesneden- erbij plus twee volle theelepels keukenzout.
Nu het deksel op de pan en het vuur zo klein mogenlijk (eventueel een suderplaat eronder) de boel in een uurtje of 4 gaar laten stoven.

Als je nu het deksel optilt zal je zien dat de paprika zoveel vocht heeft losgelaten dat het vlees onder staat. Het vlees is in dit vocht heerlijk gaar gestoofd: Het feest kan beginnen!

* Dag 1: Penne rigate of Farfalle met stoofvlees en paprika saus. Met een schuimspaan scheppen we een klein stukje vlees uit de pan en samen met de meegekomen stukjes paprika en het aanhangende vocht maken we in ons bord snel een primitive vleessaus door het draadjesvlees los te wurmen en te mengen met de rest. Al dente gekookte pasta erover en klaar! Hierbij smaakt een pinot noir wijn super!
* Dag 2: Doen we effe niks met het vlees. Vegetarisch dagje, moet kunnen toch?
* Dag 3: We laten het vlees een kwartiertje zachtjes doorkoken en nemen een lekker ruim stukje als hoofdgerecht, samen met geroerbakte witlof. Hierbij een stevig glas rode wijn: Barbera -als je een goede kan vinden!- of een Bordeaux-achtige wijn. Chianti kan natuurlijk ook, als de wijn maar veel structuur heeft en niet te houterig smaakt: vermijdt goedkope spaanse, australische en californiaanse wijnen in deze!
* Dag 4: Als dag 1, maar dan nu met stiekum net effe te veel pasta, bovendien bewaren we ook nog het kookwater van de pasta. Alles wat we niet opkunnen bewaren we voor dag 5, hebben we een plannetje mee zie je.
* Dag 5: Nu blijkt de bodem qua vlees toch wel een beetje in zicht komen....... terwijl we nog zát paprika/vleessap oftewel brodo overhebben. Dat gaan we natuurlijk niet wegtiefen! Daar gaan we een super groentesoep van maken door eerst een klassieke sofrito te maken van gefruitte ui, bleekselderij en wortel. De sofrito blussen we af met een beetje witte wijn, dan gieten we het restje brodo erbij + het kookvocht van de pasta van gisteren. Daar zit nl. zetmeel in dat de soep nèt effe een beetje meer structuur geeft. Voor de rest kan de soep aangevuld worden met andere groenten; 't wordt tenslotte groentesoep. De pasta die we over hadden van gisteren snijden we aan kleine stukjes en die voegen we een paar minuutjes voor we soep gaan opdienen toe. Bij soep geen wijn schenken . Nergens voor nodig.

Ziezo, alles opgegeten en niks weggegooid (op de kluiten vet van het stoofvlees na dan) en zo hoort 't ook.

Brabants Goud

asperges 100%



Al doende leert men; zo heb ik toch weer een betere manier gevonden om mijn favourite risotto, nl. Risotto agli asparigi nòg lekkerder te maken!
 
Neem 150 gr. Riso Arborio of Riso Carnaroli, een halve ui, een stukje prei en 500 gr. asperges voor twee personen.

Normaliter maak ik een bouillon van de schillen en de stokkige uiteinden van de asperges en snij de geschilde asperges in stukjes en kook ze mee met de rijst; ik voeg de stukjes asperges toe als de wijn ingekookt is. Helaas blijken dan niet alle stukken asperge gaar te worden, simpelweg omdat de rijst een kortere kooktijd blijkt te hebben.



Nu kook ik stukjes asperges in een apart pannetje met zo weinig mogelijk (liefst zelfgemaakte groente-) bouillon voor, dat wil zeggen, als ik de ui aan 't fruiten ben breng ik de aspergestukjes aan de kook. In weer een andere pan kook ik de schillen uit. 



Als de rijst is aangezet in in lichte olijfolie gefruitte ui en prei en de witte wijn is toegevoegd en is ingekookt voeg ik de voorgekookte aspergestukjes toe met de bouillon waarin deze zijn voorgekookt.
Al roerende breng ik 't geheel aan de kook. Mocht er nog wat vocht nodig zijn -de rijst dient ongeveer een halve cm. onder de bouillon te staan- gebruik dan vocht uit de pan waarin de schillen worden uitgekookt. Sluit nu de pan met een passend deksel, zet de pan op 't kleinste pitje met een warmhoudplaatje eronder. Laat 't pannetje 15 minuten met rust.
Nu worden de aspergestukjes samen met de rijst mooi gaar (de rijst netjes al-dente en de asperges boterzacht!) zodat de asperges optimaal hun goddelijke smaak kunnen afgeven.
Vis met een schilmesje een rijstkorrel uit de pan en proef. Al dente? Mooi, het feest kan beginnen. Niet? Beetje vocht toevoegen, doorroeren en het deksel weer op de pan en 5 minuten wachten.
 


Groenten smaken het lekkerst als ze op de juiste manier worden gaargekookt. Dat geldt niet alleen voor spruitjes en bloemkool, maar zeker ook voor asperges!


Eet smakelijk en schenk er gerust een pinot noir bij of een Freisa Vivace. Witte wijn is beslist geen must! 
Alles wat overblijft niet weggooien! Daar is morgen een prima aspergesoepje van te maken!! 

Risotto!

risotti

Risotto is enkelvoud van risotti. Risotto is de Noord-Italiaanse manier van rijst bereiden op een geheel eigen wijze: Niet droog als een 'insalata di riso', niet nat als een 'minestre di riso', iets daar tussenin.
Het bereiden van een risotto is niet moeilijk, 't is effe oefenen maar als u volhardt in deze zal u niet teleurgesteld worden.
Grofweg kan je stellen dat een risotto bestaat uit gefruitte ui in vet (daarover straks meer), Riso Carnaroli of Riso Arborio, een glaasje witte (of soms rode) wijn, bepaalde groenten en bouillon. De rijst wordt al-dente gekookt in een soort van bouillon van groenten of paddestoelen na  te zijn aangezet in gefruitte ui in olie dan wel boter.
Omdat ik de smaak van kant & klare bouillonblokjes niet meer te harden vind maak ik de bouillon altijd zelf door eerst een soufritto te maken: fruit zeer fijngehakte ui, wortel en bleekselderij in lijfolie of 't vet van stoofvlees, gehakballen, braadworsten of boter glazig en kook deze dan 1 uur in water met wat peper en zout. Deze bouillon is de basis van al mijn risotti. Maar 't staat natuurlijk iedereen vrij de bouillon van blokjes te maken, in dat geval zou ik kippebouillon gebruiken, die geeft 't lekkerste resultaat.

Volgorde voor een standaard risotto:

-fruit zeer fijngehakte ui in vet tot ze glazig ziet. Boter geeft een wat zoeter resultaat, ik gebruik daarom graag olijfolie.
-voeg per persoon 75 gr. riso Carnaroli of Arborio toe aan de ui, vuur laag, blijf roeren.
-als 't nootachtig gaat ruiken giet dan een glaasje witte wijn in de pan, roer af & toe.
-kook de wijn langzaam in en giet de bouillon bij de rijst, net zoveel dat de rijst 1/2 cm onderstaat.   Blijf roeren tot de kook weer over 't geheel komt, sluit de pan, zet 'm op 't kleinste pitje en zet de kookwekker op 15 min,
-vis een rijstkorrel uit de pan en proef. Al dente? Mooi, eten maar!  Nog hard? Beetje bouillon erbij, doorroeren en na 5 min weer checken.

Bij risotti met wat voor groenten dan ook even experimenteren met de kooktijden van de groenten. Als die om lekker gaar te worden er langer over duren dan 20 min. dan deze even voorkoken in de bouillon om geen smaak verloren te laten gaan: weet dat gekookte groenten hun smaaksensaties pas ècht vrijgeven als ze perfect gaar zijn!

Bij risotti met asperges: groene asperges hoef je niet te schillen, witte wel. De schillen van de witte asperges meekoken in de bouillon. Asperges moet je even voorkoken voor 't beste resultaat. Gewoon doen.'t Is even meer werk maar wàt een smaak.........!!!!!

Risotti kan je maken met van alles & nog wat. En 't hoeft echt niet altijd vegetarisch te zijn hoor! Wat te denken van risotto met Barolo en stoofvlees? Risotto met prei of bleekselderij en pancetta? Risotto met spitskool en gehakballetjes? Je kan 't zo gek niet bedenkten!

Risotti zijn zo lekker, zo veelzijdig,  de gedachte alleen al maakt me hongerig!


Aan de slag, eet smakelijk!